Vertalingen abriter quelqu'un FR>NL
abriter quelqu'un (ww.) | herbergen (ww.) ; huisvesten (ww.) ; onderbrengen (ww.) ; onderdak geven (ww.) ; onderdak verschaffen (ww.) ; plaatsen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `abriter quelqu'un`

Voorbeeldzinnen laden....